Optische witmakers, enzymen en geurstoffen in schoonmaakmiddelen en wasmiddelen zijn namelijk belangrijke allergenen in relatie met allergie, astma of exceem. Bepaalde stoffen in was- en schoonmaakmiddelen hebben zelfs kankerverwerkende eigenschappen. Daarbij zijn deze bestanddelen een ernstige bedreiging voor ons milieu.
Optische witmakers
Niet alle textielvezels kunnen door bleken wit worden gemaakt. Als het bleken niet volstaat, kan men naar een nog drastischer ingreep overgaan : de was gewoon wit verven. Optische witmakers zijn eigenlijk verfstoffen die aan het wasmiddel worden toegevoegd : ze zetten het onzichtbare ultraviolet- lichtdeel van zonnelicht om in een zichtbare lichtblauwachtige uitstraling. Door dit optisch effect wordt de lichtgelige kleur van vezels ,,overstraald”. Een vorm van elementair boerenbedrog dus om toch maar tegemoet te komen aan het streven naar superwitte was van de Europese huisvrouw. De optische witmakers zitten overigens dikwijls reeds ,,verweven” in synthetisch textiel. De wasmiddelen dienen dan om het optische effect te bestendigen. Het gebruik van witmakers houdt weer eens in dat er een laagje, ditmaal van witmakers, wordt afgezet op onze kleren en in contact komt met onze huid. Onderzoek naar de mogelijke gevolgen van dit voortdurend contact wijst in de richting van gevaar voor kanker en allergische eczemen, voor dermatosen (huidziekten), groeiremmende werkingen enzovoort. Bovendien kunnen de witmakers nooit volledig worden afgebroken in het milieu. Een gevaarlijk goedje dus, dat in feite geheel overbodig is...
Enzymen
Enzymen spelen een belangrijke rol in onze spijsvertering : zij zorgen er bijvoorbeeld voor dat eiwitten opgelost worden. Gezien veel vuil op onze was bestaat uit hardnekkige eiwitvlekken leek het een goed idee om ook enzymen toe te dienen aan wasmiddelen. Enzymen zijn zelf zeer complexe eiwitverbindingen, die worden gekweekt met behulp van speciale enzymeproducerende bacteriën in grote tanks. Vroeger werden enzymen als een los poeder toegevoegd aan wasmiddelen, maar al vlug kwamen er tal van klachten in verband met allergische reacties en astma (na het inademen van dit poeder), zowel bij arbeiders in wasmiddelenfabrieken die met dit goedje moesten omgaan als bij consumenten. Tegenwoordig worden de enzymen ,,ingekapseld”, waardoor de meest sensationele voorbeelden van ziekten veroorzaakt door enzymen in wasmiddelen zijn weggevallen. Maar of dit een oplossing ten gronde is wordt door velen betwijfeld. Enzymen worden namelijk in verband gebracht met allergie, astma en exzeem, en het ontstaan hiervan. Ook bij het werken met enzymen is dit een probleem. Werkgerelateerde allergieen, astma en exzeem treden steeds meer op.
Het gebruik van enzymen kan vermeden worden door een andere wastechniek : als men gewoon erg vuile was op voorhand laat inweken in koud water en hardnekkige vlekken op voorhand bewerkt met bijvoorbeeld een stuk galzeep, kan men de was ook kraaknet krijgen. Het vraagt iets meer werk, maar het biedt de kans een gevaarlijk goedje te weren uit onze huishoudens en uit het milieu.
Bewaarmiddelen
Vooral bij vloeibare wasmiddelen worden dikwijls bewaarmiddelen gebruikt om bacterievorming tegen te gaan in de soms lange periode tussen produktie en gebruik. Maar ook in waspoeders zitten soms bewaarmiddelen om bacterievorming tijdens het produktieproces te voorkomen. In heel wat gevallen wordt het gevaarlijke formaldehyde als bewaarmiddel gebruikt. Volgens onderzoek in de Bondsrepubliek Duitsland is dit produkt echter kankerverwekkend. In Duitsland heeft men het gebruik van formaldehyde in cosmetica overigens verboden. Er zijn zeker milieuvriendelijker bewaarmiddelen. Het probleem is wel dat men deze in grotere hoeveelheden moet aanwenden dan formaldehyde.
Tensiden
Tensiden of oppervlakte-actieve stoffen zijn de eigenlijke reinigende bestanddelen van de wasmiddelen. Een deel van deze tensiden blijft ook na het spoelen en drogen achter aan de oppervlakte van de textielweefsels. Het gevolg is dat wij allemaal voortdurend met deze rest-tensiden op onze kleren in aanraking komen. Ook op onze huid zet zich door het voortdurend contact met het wasgoed een onzichtbare tensidenfilm af. Voor bepaalde tensiden is echter duidelijk aangetoond (via dierproeven) dat ze kankerverwekkend zijn of dat ze huidziekten veroorzaken (zoals allergieën en eczemen). Bepaalde tensiden komen voor in de natuur en kunnen zonder verdere manipulaties rechtstreeks toegepast worden door de mens. Dit zijn de zogeheten natuurlijke tensiden. De bekendste groep van natuurlijke tensiden zijn de zepen. Vanaf de jaren vijftig werdende zepen in snel tempo overvleugeld door de synthetische tensiden, eerst in de fijnwasmiddelen, maar nadien ook in toenemende mate in de volwasmiddelen. Het gebuik van fosfaten als builder was het sein voor de definitieve doorbraak aan het eind van de jaren vijftig. Sinds die tijd worden we met de wasmiddelenreclames bestookt. En het resultaat is er ook naar. De produktie van synthetische wasmiddelen ging pijlsnel omhoog en blijft stijgen. Intussen is er ook al een hele groep gedeeltelijk synthetische tensiden op de markt.
Sommige tensiden vormen een zware belasting voor het milieu, omdat ze zeker in verdere fasen moeilijk afbreekbaar blijken. Deze niet-ionische tensiden komen vooral voor in vloeibare wasmiddelen (Vizir, Bazil en een hele reeks (nieuwe) vloeibare varianten van waspoedermerken : Dreft, Dash, Omo, Radion, Persil, Coral). Zij treden op als biociden : ze hebben een bacteriedodende werking, waardoor ze heel wat problemen opleveren voor waterzuiveringsinstallaties die juist werken met behulp van bacteriën. Binnen de groep van nietionische tensiden zijn het vooral de alkylphenoletoxilaten (APE) die problemen opleveren. Dit zijn synthetische verbindingen opgebouwd uit propeen, buteen en phenol (alle petroleumderivaten) vormen deze tensiden een zware belasting voor het milieu. In de Verenigde Staten van Amerika en Zwitserland wordt het gebruik van APE teruggedrongen. Ten slotte zijn alle anionische of niet-ionische tensiden die benzenen of fenolen bevatten, schadelijk voor het milieu. Want als deze tensiden afgebroken worden, komt er noodzakelijkerwijze benzeen of fenol vrij, stoffen die zeer visgiftig en kankerverwekkend zijn.
De kationische tensiden worden vooral gebruikt in wasverzachters. Kationische tensiden hebben een zeer kwalijke reputatie met betrekking tot onze gezondheid én het milieu.
Geurstoffen
De laatste jaren zijn de ‘fijne’ geurtjes vervangen door zware geurstoffen, die bijna niet weg te krijgen zijn. De geurstoffen worden steeds meer persistent…, wasmiddelen en wasverzachters zitten er vol mee. Mensen kunnen allergisch reageren op geurstoffen met exzeem, astma etc.
De geur van wasmiddelen wordt als verkoopsstrategie aangegrepen. Wasmiddelen kunnen naar groene appelen rieken, naar wilde limoenen, naar lavendel en noem maar op. Alles ,,beter” dan de fletse citroengeur die wasmiddelen zonder additieven normaal hebben. Om onze neus te strelen worden natuurlijke of synthetische geurstoffen gebruikt. De samenstelling daarvan is een uiterst complexe aangelegenheid. Geurstoffen kunnen tot 200 verschillende componenten- bevatten op basis van 10 à 15 eigenlijke geurmakers (herpenen). Hoewel de meeste natuurlijke geurstoffen vanuit milieuhygiënisch standpunt vrij schadeloos zijn, kunnen ze toch het ecologisch evenwicht danig verstoren. Het klassiek voorbeeld is dat van de vlinder die afgaat op een lavendelgeur en daardoor in het rivierwater (bezoedeld met geurstoffen) terechtkomt. Zo kunnen geurstoffen interfereren met natuurlijke lokstoffen, met het reukvermogen van dieren enzovoort. Als je weet dat in West-Europa jaarlijks 10.000 ton geurstoffen
- en dan nog alleen voor wasmiddelen - gebruikt worden en ten slotte in het milieu terechtkomen, blijken dus ook geurstoffen een probleem op te leveren. Hoewel de weerstand bij fabrikanten groot is om deze stoffen te weren, zouden ze op termijn toch uit onze wasmiddelen moeten verdwijnen. Vooral omdat ook zij geen enkele bijdrage tot de wasactiviteit zelf leveren.
Kleurstoffen
Naast middelen om de was wit te kleuren, worden ook produkten aan voornamelijk vloeibare wasmiddelen en wasverzachters toegevoegd om het produkt zelf aantrekkelijker te maken. De kleur als verkoopsstrategie, om het wasmiddel een eigen gezicht te geven. Denken we maar aan de groene kleur van Dreft, de blauwe kleur van Silan, de rozige kleur van Wooly. Uiteraard is de bijdrage van deze kleurstoffen aan de wasactiviteit zelf zero. Ze maken het wasmiddel enkel duurder en vormen een bijkomende last voor het milieu. Sommige mensen kunnen echter allergisch op kleurstoffen reageren.
Gelukkig zijn er wasmiddelen en schoonmaakmiddelen op de markt waar geen deze toxische stoffen niet inzitten. Aanraders zijn Ecover, Sonett en wasnoten. Te verkrijgen in natuurwinkels en via internet.